Uit verschillende bronnen valt op te maken
dat het drie-gangenmenu, zoals wij dat kennen, in de Romeinse tijd haar
oorsprong vindt. De eerste gang -gustatio-
bestond uit allerlei eetlustopwekkende hapjes, te vergelijken met de
Italiaanse antipasti. Groenten, aangemaakt met olie en azijn, gezouten
vis, olijven en eieren behoorden tot de vaste bestanddelen. Dan volgde
het hoofdgerecht -primae mensae-, dat werd
gevormd door vlees en/of vis, vaak met een begeleidende groente. Het
nagerecht -secundae mensae- omvatte een reeks
zoetigheden, al dan niet gedroogde vruchten of gebak. Tijdens de hele
maaltijd werd brood gegeten.
Een met honing gezoete aperitiefwijn -mulsum-
begeleidde traditioneel het voorgerecht; tijdens de volgende gangen
werd met water vermengde wijn gedronken. Het drinken breidde zich vaak
uit tot na de maaltijd.
Een uitgebreid artikel over het menu vindt
u hier.